In graf AA 130 liggen Arie Cornelis Provily en zijn vrouw Alida Anna Paarde­ kooper. Arie was een muzikaal talent. Dat kon ook niet anders want hij was de oudste zoon van Cornelis Provily, de onderwijzer, muziekleraar, muziekinstrumenten­ verkoper en organist van de hervormde kerk in de Middenbeemster.

Als jongeling kon Arie al goed leren. Hij ging zelfs naar de Franse school en wilde als kleine jongen net zo muzikaal worden als zijn vader. Dat is gelukt en het orgel werd binnen de muziek een rode draad in zijn leven.

Als 15­jarige werd hij organist in de hervormde kerk in Oostzaan. Ook heeft hij het Garrels orgel in Purmerend bespeeld als opvolger van J.P. Groot. Arie was ook dirigent van het Purmerender Mannenkoor en het hervormde kerkkoor.

In 1891 richtte hij het fanfarekorps Concordia op in Oostzaan en later Amicitia in Landsmeer. Hij bracht als dirigent beide korpsen naar de top in Noord­Holland. Beide korpsen bestaan nog steeds.

Arie volgde in 1895 J.P. Groot op als dirigent van het Stedelijk Muziekkorps.

J.P. Groot heeft Arie orgelles gegeven en ontdekte al vroeg zijn muzikale kwaliteiten. Het was bekend dat J.P. Groot geen gemakkelijke man was en dat leidde uiteindelijk tot een ruzie tussen hem en Arie die het dirigeerstokje overnam.

Hij verhuisde in 1896 naar Krommenie alwaar hij organist werd in de hervormde kerk. In 1914 verhuisde hij weer terug naar Purmerend Arie heeft orgel­ en pianoles gegeven aan veel Purmerenders. Door zijn muzikale kwaliteiten behoorde hij in die periode tot de notabelen van Purmerend. Hij had deze plek snel verdiend.

Arie was niet alleen op muzikaal terrein werkzaam, hij was ook bestuurslid van de Oranjevereniging en lid van de Commissie van toezicht op de Openbare School voor Voorbereidend Lager Onderwijs.

Hij ontving in 1934, ter gelegenheid van zijn 50­jarig jubileum als organist, van de toenmalige koningin een medaille van verdienste verbonden aan de Orde van Oranje­Nassau.

Arie is op 20 februari 1939 op 70­jarige leeftijd plotseling overleden.