Verering van dieren, planten, bomen en alle andere voorwerpen spruit voort uit de opvatting dat deze zelf geesten zijn, of dat ze tot woonplaats dienen voor doden of andere geesten. Dit geloof aan een bezieling van de gehele natuur noemt men ‘animisme’. Vrijwel alle gebruiken in de cultuur van de prehistorische volkeren komen rechtstreeks voort uit dit zielengeloof.
Dit geloof is het sterkst in de dodencultuur blijven bestaan. Zelfs nu nog zijn deze eeuwenoude opvattingen aanwijsbaar. Wij kunnen ze terugvinden in het dragen van rouwkleding, het sluiten van de gordijnen, het zacht praten in de aula, het met de voeten vooruit dragen van de dode, het luiden van de klokken, het plaatsen van dodenhuisjes en aan symbolen op graven. Deze symbolen zijn ook een vorm van troost. Soms vertellen ze ook iets van de overledene. Voorbeelden hiervan zijn  engeltjes en duifjes op kindergraven en afgebroken zuilen op graven van te vroeg gestorvene. Veel van deze symbolen zijn streek en religie gebonden. De symbolen en de diversiteit hiervan op Protestantse, Rooms Katholieke, Joodse en Algemene begraafplaatsen verschillen.

Plantvormen

Veel sporen van- het zielengeloof vinden we terug in het christendom. Al eeuwenlang symboliseren bomen, bloemen en planten als levende organismen dé levensenergie van de mens. De boom, met zijn constante groei, de bladval in de herfst en het terugkerend groen in het voorjaar, is het symbool van onsterfelijkheid en van de groei van een mens tijdens zijn leven. De levensboom komt derhalve in veel culturen voor. Op joodse graven is de omgehakte boom symbool voor het te vroeg afgebroken leven.

 

Aren

Symbool van Christus, het Brood des Levens en van de eucharistie of het Avondmaal.

 

 

 

 

Boom

Vaak een gestileerde figuur van een boom die het symbool vormt van de levensboom. Een omgeknakte boom of een boom die door een bijl omgehakt wordt, verwijst naar een (te jong) afgebroken leven. Deze symboliek wordt veel gezien op Joodse begraafplaatsen.

 

Bloem I Geknakte bloem

De bloem is het prototype van de ziel. Bloemen openen hun hart naar het zonlicht, zoals een mens zijn ziel opent voor God.

 

 

 

Lauwerkrans

Een lauwerkrans van laurierbladeren is door de groenblijvende bladeren symbool van onvergankelijkheid en eeuwig leven, overwinning, roem en eerbetoon: Een schedel omkranst met lauwertakken symboliseert de heerschappij van de dood over de levenden. De laurierboom hoorde bij de god Apollo, zoon van Zeus. Apollo was de god die de hoogste zedelijke en geestelijke schoonheid bezat. De oudste betekenis van laurier is die van reinheid. Laurier reinigde ook ritueel de smetten van vergoten bloed

 

Treurwilg / Treurboom

Symbool van rouw en verdriet. De hangende takken symboliseren de tranenstroom die in de aarde verdwijnt. Voor de Germanen was de wilg het symbool van de dood. In de onderwereld waren uitgestrekte wilgenbossen, waar de doodsgoden woonden. In Hamiet verdrinkt Ophelia daar, waar het grijze lover van een wilgenboom zich in het water weerspiegelt. Een knoop in een wilgentak leggen was voldoende om iemand te laten sterven. Dit heette ‘doodknopen’. Wie zo’n knoop los maakt, sterft zelf

Dieren

Mens en dier zijn altijd met elkaar verbonden geweest. In de oudheid werd het dier enerzijds gezien als een geheimzinnig en machtig wezen. Aan de andere kant hielp het dier de mens in zijn levensonderhoud. Christenen maakten gebruik van dierensymboliek wanneer zij spraken over hun geloofsgeheimen. In de middeleeuwen groeide de dierensymboliek uit tot een gecompliceerd geheel. In de eeuwen daarna kreeg het rationele de overhand, maar toch blijven gelovigen gebruik maken van de dierensymboliek om het onuitsprekelijke uit te spreken.

 

Vlinder

Symbool voor de onsterfelijke ziel. Voor Christenen is de dood een overgang naar een beter leven, de verplaatsing uit dit aards tranendal naar het hemelrijk. In het stervensuur breekt de ziel uit haar stoffelijk omhulsel zoals een vlinder uit een pop breekt, en stijgt vrij op naar de hemel. Ook symbool voor de drie stadia die de menselijke ziel doorloopt: leven, dood en wederopstanding. Een vlinder symboliseert door zijn teerheid en korte levensduur (eendagsvlinder) ook de kortstondigheid van het leven. In het voorportaal van de San Marco te Venetië is op een mozaïek te zien hoe Adam zijn ziel ontvangt in de vorm van een vlinder